vrijdag 27 juni 2014

Rennen zonder blessures (deel 2)

De volgende dag zou ik Maastrichts Mooiste rennen en wel de 10 mijl. Een jaar geleden heb ik daar ook aan meegedaan en had ik de 15km in 1:15 uur gerend. Nu maar zien of de 16.1km überhaupt goed zou gaan.
In de trein naar Maastricht ontmoette ik een lotgenoot,  die mij wist te vertellen dat het parcours dit jaar nóg heuvelachtiger zou zijn en dus nog zwaarder. Hmm, gaat het me dan wel lukken? Ergens knaagde er toch wat twijfel aan me.
Ik was op tijd bij de wedstrijd en had dus alle tijd om me rustig voor te bereiden. Niet meer zoals voorheen met loopoefeningen en rekken, maar alleen met gewrichten losmaken en wat warmlopen. Moet ik niet toch even rekken? Nah, het boek (tegenwoordig voor mij hét Boek) raadt dat af, dus toch maar niet.
Ik stond in het eerste startvak en als ik zo om mij heen keek, zag ik toch wat doorgewinterde renners staan. Twijfels alom. Sta ik dan wel in het goeie startvak? Ze zullen me straks allemaal wel voorbij stuiven. Dan is daar eindelijk het startschot. Let op je techniek,  let op je techniek, dat is het enige wat ik me hoor denken als we de Markt afrennen. Na de eerste kilometer komt er een dame al hijgend naast me rennen. Na 1km? Ik ben nog niet eens opgewarmd!
Dit jaar liepen er ook pacers mee. De pacer van 1:20 leek me een goeie om me bij aan te sluiten, want dan zou ik hetzelfde tempo als vorig jaar hebben en als het parcours echt zwaarder is, dan zou dat een mooi tempo zijn. Maar ik zag de pacer steeds dichter voor me en ik liep vast in het groepje renners dat zich bij hem had aangesloten. Misschien moet ik dan gewoon voor de pacer gaan rennen, dan heb ik meer beweegruimte.
Maar korte tijd later zie ik ook de pacer van 1:15 voor me lopen. Loop ik dan te snel? Nee, ik heb voor m’n gevoel een rustig tempo. Dan maar voor die pacer gaan rennen, want ik wilde me niet het volgende groepje renners vastlopen.
En daar doemde de eerste heuvel op. Nu kwam het er echt op aan: gaat de zwaartekracht mij omhoog trekken of kom ik doodvermoeid boven? Eerst weer even de houding goed en dan er tegenaan. Lichtere versnelling, gas bijgeven… en warempel, het werkt! Terwijl ik rustig naar boven ren, haal ik allemaal zwaar hijgende mederenners in. En heuvelaf dan? Ook hier gaf de zwaartekracht en een ontspannen houding mij een voordeel want probleemloos schoot ik andere renners voorbij.
Hoe meer renners ik voorbij stoof, hoe meer ik overtuigd raakte van deze techniek. Onvermoeibaar rende ik door. Maar toen… om onverklaarbare reden besloot ik een gedeelte van een heuvel te lopen. En ja, toen ging ik opeens de spieren in mijn benen gebruiken en dat deed pijn (ik weet nog steeds niet waarom ik het deed, want moe was ik niet). Eenmaal boven gekomen daarom maar weer terug in de houding en verder gaan. Gelukkig wist ik het nu tot het einde vol te houden en met een mooie 1:14:32 was ik trots als een pauw met mijn resultaat, maar vooral ook met mijn nieuwe techniek.
Met een mooie (houten) medaille kan ik ook op deze wedstrijd tevreden terugkijken. Of ik nu blessurevrij blij, dat moet nog blijken, maar chi-running is het helemaal voor mij! Op naar Bemels Beste!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten