maandag 28 juli 2014

The running tourist

Bochtje om voor de B&B
Wat is het altijd heerlijk om op vakantie te gaan. En als je dan ook nog eens kunt gaan rennen, kan niets de pret meer drukken. Dit jaar had ik daarom voor het eerst mijn loopjes tijdens de vakantie al op voorhand gepland. Wel natuurlijk met een vakantiegevoel, want bij terugkomst start mijn training voor de marathon van Eindhoven. Rennen dus, maar als toerist.

De vakantie had dit jaar twee hoofdbestemmingen (Toscane en Hongarije) en drie tussenbestemmingen om de lange ritten te breken (Basel, Venetië en Donaustauf, Duitsland). Mijn doel was om op elk van deze plekken minimaal een keer te rennen. En het is gelukt! Met camera in de hand ben ik deze bestemmingen gaan verkennen.

Basel, Zwitserland
Na een uur of vijf door de regen te hebben gereden op weg naar onze eerste vakantiebestemming, wilde ik even stoom afblazen en alle spieren weer even losmaken. Het was bovendien geen weer om de stad in te gaan, maar rennen kan altijd. Daarom, en om toch wat van de stad te zien, heb ik, ondanks een stevige maaltijd en een halve fles wijn, de renschoenen aangetrokken en ben ik gaan verkennen. Helaas had ik me toen nog niet bedacht om de camera te gebruiken, dus helaas geen illustrerende beelden. Het was regenachtig, maar de route die ik koos, was redelijk vlak. Na een soort van 'hippie commune' gepasseerd te zijn, ben ik de rivier overgestoken om uit het industriële gebied van de stad te geraken. Hier begon het er echt als buitenland uit te zien en hier begon daarom mijn vakantiegvoel. Ik heb heerlijk gerend, ondanks de regen.

Deccio di Brancoli, Italië (Toscane)
Deccio di Brancoli
De eerste bestemming lag in de buurt van Lucca. Maar niet zomaar op een plek: 8km lang met de auto over een fietspadbrede weg om 500m te stijgen. Vooral de eerste keer een heel spannende tocht, maar geen ideale weg om rennend af te leggen. Gelukkig was er dichtbij de Bed & Breakfast (www.bbtuscany.com) waar wij verbleven een schitterende onverharde weg die, na een korte maar stevige beklimming, een aantal kilometers vrij vlak bleef. De prachtige uitzichten maakten mijn loopjes tot de mooiste die ik ooit heb gedaan. Rust, natuur en vergezichten die bijna tot de Middellandse Zee reikten. Ik heb er zo van genoten dat ik de heuvels nauwelijks gevoeld heb.

Deccio di Brancoli van een afstand
Venetië,  Italië
San Marco bij zonsopgang
Venetië
Hoewel je makkelijk binnen een dag vanuit Deccio di Brancoli, Italië, naar Balatonmagyárod, Hongarije, kunt rijden, moesten wij halverwege gewoon een tussenstop maken, want daar lag Venetië. En dit was de bestemming waar ik het meest naar uitkeek om te gaan rennen. 's Middags, na aankomst, was het veel te druk om je sneller voort te bewegen dan wandelend. Maar in de ochtend zijn de enige mensen op straat de toeristen die vroeg uit moeten checken en heel veel hardlopers. Van het hotel naar het San Marco-plein, over de boulevard en door de piepkleine straatjes, prachtig! De vele bruggetjes zorgen ervoor dat je goed kunt trainen op trappetjes, de steegjes voor behendigheid. Maar het is vooral een heel bijzonder gevoel om door een stad als Venetië te rennen. Net als mijn bestemming in Toscane is dit een aanrader!

Balatonmagyárod, Hongarije
Brug bij Kis Balaton
Balatonmagyárod, een
typisch Hongaars dorpje
Na een fantastische vakantie vorig jaar was dit een bestemming om dit jaar nog eens aan te doen (geïnteresseerd? Ik kan je meer info geven over de locatie). Balatonmagyárod is een klein dorpje nabij het Kis Balaton-meer (klein Balaton) en met het Balaton-meer binnen bereik. Vorig jaar was het hier bloedheet toen ik ging rennen, maar dit jaar was het er goed uit te houden. Ik heb daarom meerdere keren gerend, voornamelijk bij het Kis Balaton-meer, maar ook in het nabijgelegen Zalakaros. Hoewel ik er zelf geen fan van ben om het dorp te voet door te rennen (verschillende honden die je uitblaffen), ren ik wel graag in deze omgeving. Kis Balaton is een prachtig natuurgebied, waar je helemaal alleen kunt zijn met de natuur. Met het meer naast je, de zonnebloemvelden verderop en de wijnheuvels op de achtergrond is dit een plek die ik iedere hardloper kan aanraden.  En zo vlak als de weg bij het Kis Balaton-meer is, zo heuvelachtig kun je het in Zalakaros maken. Begeef je je iets buiten de stad, dan kijk je uit over de wijnheuvels en schitterende dorpjes in de omgeving. Meer vakantie kun je als hardloper niet hebben.

Uitzicht over de wijnvelden rond Zalakaros
Donaustauf, Duitsland
Donaustauf
Om de lange rit naar huis niet te zwaar te maken, hebben we halverwege een tussenstop gemaakt in Donaustauf. Niet te ver van de snelweg en dit bleek een verrassend mooie omgeving te zijn. Een prachtig dorpje aan de Donau, onderaan de heuvelrand met een kleine kasteelruïne en, vreemd genoeg, een prachtige Griekse tempel iets verderop, Walhalla genaamd. Na opnieuw 5 à 6 uur gereden te hebben, leek het me ook hier ideaal om de benen te strekken en de spieren los te maken. Met de steile heuvels had ik echter geen rekening gehouden... Desondanks ben ik naar Walhalla gerend (hoeveel mensen kunnen dat nou zeggen?) en eenmaal daar gekomen, heb ik me staan vergapen om het uitzicht. Met de Donau op de voorgrond kijk je over een prachtig landschap. Zou ik niet zo moe geweest zijn, dan had ik veel meer van deze omgeving bekeken. Maar ook deze bestemming kan ik iedere renner aanbevelen.

Walhalla gevonden...

Nu, enkele tinten bruiner en aardig uitgerust kan ik me voor gaan bereiden op de marathon van Eindhoven.

zondag 29 juni 2014

Uit mijn comfort zone

Bemels Beste Boeren Bergloop,  alleen de naam klinkt al geweldig! En volgens een trainingsmaatje zou de loop de mooiste zijn van Nederland. Met een goeie tijd bij Maastrichts Mooiste en een aantal fijne trainingen in het verschied leek me dit moment daarom het perfecte moment om zelf ook eens te ervaren of dit echt zo'n mooie wedstrijd is.

En toen begon het te regenen. Heel veel regen. Ik werd niet vrolijk van de gedachte dat al die onverharde paden in Bemelen langzaam veranderden in drassige modderweggetjes. De Sint Pieterbergtrail lag nog vers in mijn geheugen en ik begon me al doemscenario's in te beelden die sterk overeen kwamen met die trail. Nooit meer in de modder rennen, had ik me vorig jaar voorgenomen.

Dan maar de wedstrijd overslaan? Dat zou wel jammer zijn. Toch maar wel rennen dan? Ik ben wel bang dat ik de ene na de andere blessure ga oplopen. Overslaan dan? Tja, toch zou het jammer zijn. Wel rennen dan maar? Ik vraag me af of ik iets van de route mee krijg als ik me zo moet concentreren op waar ik ren. Dan maar niet doen? Het zou wel erg jammer zijn.

Na een dag was het stemmetje in mijn hoofd het zat. "Com... zo...! Comf... zon...!" Wat hoor ik daar nou tussen al mijn voors en tegens door? "Comfort zone. Stap eens uit je comfort zone!" Het stemmetje in mijn hoofd had gelijk. Ik moet gewoon eens wat anders doen dan ik gewend ben. Voorzichtig nam ik daarom het besluit om toch te gaan rennen, maar dan wel mijzelf mentaal voorbereiden.

Met frisse tegenzin ben ik daarom de volgende ochtend in de auto gestapt en begaf ik mij naar Bemelen. Op tijd daar aangekomen besloot ik om alvast eens een verkenning te doen. Ik sloeg een klein paadje in en na 100 meter was daar al de eerste plas. Nu moest ik er echt aan gaan geloven. Dus houding goed dan maar, neus naar voren en rennen maar. Hé, dat viel best mee. Volgende plas ook maar proberen dan. En ook die viel mee.

De angst die me de dag ervoor bekroop, begon langzaam weg te ebben. Zover zelfs dat ik vol goeie moed aan de start verscheen (toevallig was daar het trainingsmaatje dat mij deze loop had aanbevolen). Na wat geklungel met het startschot vertrokken we samen vanaf de start en sloegen het paadje in waar ik zojuist had geoefend. Helaas was niet iedereen voorbereid op de modder en liep het volledig vast voor de eerste grote plas. De echte trailrunners ergerden zich enorm hieraan ("Als je schoon wilt blijven ga je maar op de baan rennen," werd er geroepen). Ik raakte mijn trainingsmaatje hier kwijt en ging daarom mijn eigen weg. Ook bij de volgende vier plassen liep het vast en verloor ik zeeën van tijd. Het viel me op dat een enkeling gewoon dwars door de plassen ging. Ook maar doen dan?

Na een tijdje had ik geen keus meer en ben ik gewoon gegaan. Geen probleem,  bleek, en vanaf toen, met mijn laatste 'angst' verdwenen, heb ik echt kunnen  genieten. De heuvels deden mij niks en de omgeving was geweldig. Bij de eerste drankpost kon men helaas de drukte niet bijhouden en met slechts een bodempje water vervolgde ik mijn weg. Over een boerderij-erf, dwars door een koeienstal... het was prachtig! Ik schoot constant mijn medelopers voorbij en voelde mij volledig op mijn gemak. Die modderspetters haal ik thuis wel weer van mijn kleren.

Bij kilometer 10 doemde daar opeens een heuvel op van een andere orde van grootte dan de heuvels die we tot nu toe gehad hadden. Bij Maastrichts Mooiste was er een soortgelijke heuvel, waar ik spierpijn aan overgehouden had doordat ik was gaan lopen. Dat mocht me nu niet gebeuren. Tot de top rennen lukte me niet, maar dan maar Chi-walking in plaats van gewoon lopen.  En dat ging zo goed dat ik boven op de heuvel weer in mijn oude tempo verder kon gaan.

Vanaf nu was het alleen nog afdalen en met de extra zwaartekracht die mij vooruit trok wist ik nog meer renners voorbij te gaan. Een eindsprintje in de laatste vijfhonderd meter wist mij een mooie tijd van 1:15:07 op te leveren op deze 15km (helaas minuten verloren door de opstoppingen in het begin). Dik tevreden over het resultaat!

Ik kan mijn trainingsmaatje groot gelijk geven: Bemels Beste is écht een prachtige loop. Gelukkig ben ik uit mijn comfort zone gestapt en heb ik hieraan mee mogen doen. Volgend jaar zeker weer!

vrijdag 27 juni 2014

Rennen zonder blessures (deel 2)

De volgende dag zou ik Maastrichts Mooiste rennen en wel de 10 mijl. Een jaar geleden heb ik daar ook aan meegedaan en had ik de 15km in 1:15 uur gerend. Nu maar zien of de 16.1km überhaupt goed zou gaan.
In de trein naar Maastricht ontmoette ik een lotgenoot,  die mij wist te vertellen dat het parcours dit jaar nóg heuvelachtiger zou zijn en dus nog zwaarder. Hmm, gaat het me dan wel lukken? Ergens knaagde er toch wat twijfel aan me.
Ik was op tijd bij de wedstrijd en had dus alle tijd om me rustig voor te bereiden. Niet meer zoals voorheen met loopoefeningen en rekken, maar alleen met gewrichten losmaken en wat warmlopen. Moet ik niet toch even rekken? Nah, het boek (tegenwoordig voor mij hét Boek) raadt dat af, dus toch maar niet.
Ik stond in het eerste startvak en als ik zo om mij heen keek, zag ik toch wat doorgewinterde renners staan. Twijfels alom. Sta ik dan wel in het goeie startvak? Ze zullen me straks allemaal wel voorbij stuiven. Dan is daar eindelijk het startschot. Let op je techniek,  let op je techniek, dat is het enige wat ik me hoor denken als we de Markt afrennen. Na de eerste kilometer komt er een dame al hijgend naast me rennen. Na 1km? Ik ben nog niet eens opgewarmd!
Dit jaar liepen er ook pacers mee. De pacer van 1:20 leek me een goeie om me bij aan te sluiten, want dan zou ik hetzelfde tempo als vorig jaar hebben en als het parcours echt zwaarder is, dan zou dat een mooi tempo zijn. Maar ik zag de pacer steeds dichter voor me en ik liep vast in het groepje renners dat zich bij hem had aangesloten. Misschien moet ik dan gewoon voor de pacer gaan rennen, dan heb ik meer beweegruimte.
Maar korte tijd later zie ik ook de pacer van 1:15 voor me lopen. Loop ik dan te snel? Nee, ik heb voor m’n gevoel een rustig tempo. Dan maar voor die pacer gaan rennen, want ik wilde me niet het volgende groepje renners vastlopen.
En daar doemde de eerste heuvel op. Nu kwam het er echt op aan: gaat de zwaartekracht mij omhoog trekken of kom ik doodvermoeid boven? Eerst weer even de houding goed en dan er tegenaan. Lichtere versnelling, gas bijgeven… en warempel, het werkt! Terwijl ik rustig naar boven ren, haal ik allemaal zwaar hijgende mederenners in. En heuvelaf dan? Ook hier gaf de zwaartekracht en een ontspannen houding mij een voordeel want probleemloos schoot ik andere renners voorbij.
Hoe meer renners ik voorbij stoof, hoe meer ik overtuigd raakte van deze techniek. Onvermoeibaar rende ik door. Maar toen… om onverklaarbare reden besloot ik een gedeelte van een heuvel te lopen. En ja, toen ging ik opeens de spieren in mijn benen gebruiken en dat deed pijn (ik weet nog steeds niet waarom ik het deed, want moe was ik niet). Eenmaal boven gekomen daarom maar weer terug in de houding en verder gaan. Gelukkig wist ik het nu tot het einde vol te houden en met een mooie 1:14:32 was ik trots als een pauw met mijn resultaat, maar vooral ook met mijn nieuwe techniek.
Met een mooie (houten) medaille kan ik ook op deze wedstrijd tevreden terugkijken. Of ik nu blessurevrij blij, dat moet nog blijken, maar chi-running is het helemaal voor mij! Op naar Bemels Beste!

Rennen zonder blessures (deel 1)

Een persoonlijk ontwikkelingsplan, ken je dat? Zo’n plan dat je samen met je werkgever opstelt om aan je slechte… ik bedoel minder goeie eigenschappen te werken. De afgelopen jaren heb ik veel aan mijn persoonlijke ontwikkeling gewerkt en het hardlopen heeft mij de momenten gegeven om rustig alles op een rijtje te krijgen.
Maar persoonlijke ontwikkeling gaat normaal gesproken over eigenschappen, kennis en ervaring. En terwijl ik het hardlopen gebruikte om mijn gedachten helder te krijgen, liep ik verschillende hardloopblessures op. Nu de grootste stappen die ik in mijn persoonlijke ontwikkeling wilde zetten gezet had, begon ik me steeds meer af te vragen of die grote hoeveelheid blessures wel klopte.
Ik heb een vol hardloopprogramma: 5 à 6 keer in de week train ik intervallen, duurloopjes, vaartspellen en tempoloopjes. Ik krijg vaker te horen dat ik zo’n goeie houding heb, maar waar komen die blessures dan vandaan? Na de zoveelste blessure binnen twee jaar (deze keer een overbelaste achillespees) was ik het zat. Ik hoor wel eens mensen roepen dat hardlopen slecht voor je is, maar daar wil ik niet in geloven. Het moet gewoon mogelijk zijn om probleemloos te rennen.
Ik ben daarom op zoek gegaan naar een blessurevrije techniek. Ik kwam in eerste instantie uit bij het boek ‘Born to run’, waarin verteld wordt over de Tarahumara. Tarahu-watte? De Tarahumara, een Mexicaanse stam die al honderden jaren weet te overleven doordat ze zo geweldig kunnen rennen. In het boek wordt gezocht naar het verschil tussen de Westerse, blessurerijke loopstijl (ook wel power running genoemd), en de blessurevrije loopstijl die leden van deze stam soms dagen achter elkaar kan volhouden.
Dat klonk wel heel interessant, dacht ik en ik pakte Youtube erbij om zelf eens te kunnen zien hoe deze mensen rennen. Interessant filmpje,  maar ik kon niet direct zien wat zij nou zo goed deden.
Hé, wat is dat voor linkje onderin? Chi running? Ik had dat al vaker voorbij zien komen, maar het klinkt wat zweverig. Toch even kijken? Tja, waarom niet.
En daar was het: niet meer rennen op spierkracht, maar op zwaartekracht. Waarom jezelf vooruit slepen als de zwaartekracht dat voor je kan doen?! Het tae-chi gedeelte klonk me nog altijd wat zweverig, maar ik wilde meer weten.
Het boek erbij gezocht en ik heb het verslonden. Niet meer je spieren zwaar belasten, en gewoon weer rennen als een kind, met een glimlach op je gezicht. En achteraf niet meer overal kleine pijntjes voelen in je benen. Gewoon rennen met plezier.
Kan dat echt? Ik móest het gewoon proberen, want het klonk wel leuk, maar eerst zien dan geloven. Dus op een stralende zaterdagochtend trok ik de stoute renschoenen aan om mijn eerst chi run werkelijkheid te maken. Eerst eens proberen de juiste kadans aan te houden: 170 tot 180 stappen per minuut. Met een metronoom-app op mijn telefoon vertrok ik vol goeie moed, maar na de eerste kilometer was ik buiten adem en zweette ik me kapot. Nee, dit kan toch niet?  Ik zou juist energiezuinig moeten rennen, niet op de hoek van de straat al uitgeput moeten zijn.
Balen, want ik had zó gehoopt dat dit het zou zijn. Ik moest het nog eens proberen.  Dus de volgende ochtend nog eens de hardloopschoenen onder gebonden. Misschien nog even niet de stapfrequentie aanhouden, maar gewoon focussen op rennen zonder inspanning van de benen.
Het begon opnieuw wat moeizaam maar hé! Het lijkt te lukken. En zo rende ik opeens heerlijk ontspannen. Zó ontspannen dat ik vergat het laatste stukje uit te lopen (wat ik normaalgesproken doe om op adem te komen en mijn spieren te ontspannen). Pas toen ik mijn straat in rende besefte ik dat ik er al was. Laatste stukje dan maar uitlopen. Maar wat is dat nou? Mijn benen voelen helemaal ontspannen, en ik heb toch 12km achter de rug en ook nog eens in een hoog tempo. Moet ik nu nog wel rekken? Toch maar gedaan maar het voelde niet alsof het nodig was.
Ondanks dat ik de week ervoor nauwelijks gerend had door mijn achillespeesprobleem, was ik zo enthousiast geworden dat ik het de volgende nog eens wilde proberen. .. en de dag erna ook en die erna ook. Uiteindelijk heb ik zes dagen achter elkaar gerend, in totaal 70km, en helemaal ontspannen benen en geen last van de pees. Dit kon wel eens iets zijn!
Zo ging het de afgelopen weken steeds beter en het voelde ook steeds beter, maar ik had het gevoel dat ik er toch nog niet was.
Maar toen was daar Hanneke van Wilsport Sittard. Via Twitter gaf zij aan eventuele vragen die ik had over chi running aan haar kon stellen. Na enig heen-en-weergetweet was er een afspraak voor een privé clinic.
Afgelopen zaterdag was het dan zover: de clinic waar ik zó naar uitkeek. We begonnen met een video-analyse en (gelukkig) kwam daaruit dat ik al een heel eind gekomen was. Maar gelukkig was er ook nog ruimte voor verbetering.
We gingen daarom verder met de uitleg en het oefenen van de techniek, met focus op de aandachtspunten die uit de video-analyse kwamen. Een hele leerzame clinic (Hanneke, bedankt!) en de volgende dag de proef op de som.
Lees verder in deel 2.

Thuiswedstrijd

In de schaduw van de marathon van Rotterdam werden er in het land nog meer hardloopevenementen georganiseerd. De DIS familieloop in Sittard was er een van.

Hoewel ik niet vaak op onverharde wegen ren, wilde ik deze wedstrijd toch niet overslaan. Allereerst omdat ik hem vorig jaar heb moeten missen door een blessure, maar vooral ook omdat het een thuiswedstrijd was.

De route had ik onlangs al eens verkend en dat bleek achteraf gezien erg verstandig geweest te zijn. Na de eerste kilometer ging het namelijk mis: door ontbreken van bewegwijzering was de eerste heer, de Afrikaanse koploper, de verkeerde kant op gerend. Ik kwam terecht in het groepje waarin dit werd opgemerkt. Mensen bleven staan, rende heen en weer, maar doordat ik al wat geoefend had, wist ik ee juiste richting in te slaan. Dit betekende dat ik opeens op de vierde positie rende!

Die plek wist ik helaas maar een kilometer vol te houden, want daar kwamen de renners die verkeerd waren gerend weer terug op de juiste route.

En vanaf daar werd het ook een pittig stuk rennen. Allereerst de Kollenberg op. Halverwege de heuvel stond de drankenpost waar ik in totaal vier keer langs zou komen. Maar de plek vond ik niet erg gunstig. Drinken tijdens het rennen lukt me niet, dus dat betekent dat ik daarvoor moet afremmen. Heuvelop afremmen betekent dat ik daarna ook weer heuvelop op gang moet komen en dat kost energie. Heuvelaf afremmen betekent vaart verliezen en dat gaat ten koste van mijn tijd. Dan de drankenpost maar overslaan...

De eerste ronde was zwaar, maar ik mikte op 4:40 min/km en was heel de tijd sneller. Na vorige week bij de Parelloop te snel te zijn gestart, wist ik me deze keer te beheersen. Op momenten minderde ik vaart om energie te besparen.

Bij de tweede ronde was ik mezelf erg dankbaar dat ik dit had gedaan, want deze ronde viel me veel zwaarder dan de eerste. Doordat ik, achteraf gezien, te weinig van tevoren had gegeten begonnen mijn spieren bij de voorlaatste heuvel te verzuren. Bij de laatste heuvel was dit zelfs zo erg dat ik op het punt stond om te gaan lopen. Nee! Dat is wat ik dacht toen mijn benen begonnen af te remmen. Ik zat nog op 4:36 min/km en dat wilde ik zo houden.

De vaart kwam er langzaam weer in. Eenmaal boven gekomen was het heuveltjes tellen. Nog twee kleine heuvels, nog een kleine heuvel... Mijn zij begon te steken, mijn energie raakte op, maar er lag nog maar één kilometer tussen mij en de finish en die ging bovendien flink heuvelaf.

Zonder de controle over mijn benen te verliezen begon ik aan de afdaling. De ambtenaar van de gemeente Sittard-Geleen die de eerste ronde voor me rende bij deze afdaling, rende nu ook voor me. Maar nog even de laatste uitdaging en deze man eens een poepie laten ruiken. De vaart ging omhoog en met een beetje extra spierkracht wist ik hem vrij gemakkelijk in te halen.

De laatste oversteek van de grote weg ging bijna mis doordat de verkeersregelaars pas op het allerlaatste moment het verkeer voor mij tegen hielden. Gelukkig kon ik onverminderd doorrennen en wist ik de finish te bereiken na de 15km in 1 uur 11 minuten en 9 seconden afgelegd te hebben. Uiteindelijk een 22e plek van de 137 deelnemers en een gemiddelde van 4:35 min/km. Voor een loop waar ik niet teveel van verwachte uiteindelijk een mooie tijd neergezet.

Volgend jaar weer? We zullen zien...

Verdwaald...

Ken je dat? Na een periode op bekend terrein te hebben gerend, vind je het weer eens tijd voor een nieuwe route. Je tekent de route uit, kijkt nog eens naar de kaart en zit je al te verheugen op dat wat komen gaat. Je komt wat door onbekende omgeving, maar dan zie je ook weer eens wat nieuws.
De volgende dag word je wakker door de zonnestralen die je slaapkamer binnen schijnen. Met de nieuwe route in je achterhoofd spring je uit bed en schiet in je hardloop-outfit. Nieuwe route, prachtig weer... wat kan er misgaan.
Vol goeie moed vertrek je. Het begint in de omgeving waar je vaker rent, maar wetend wat je te wachten staat ren je vol stevig door naar het avontuur. Nog even een stukje en dan afslaan de straat in die je nog niet eerder bent ingeslagen: het begin van de nieuwe route.
De kaart zit nog vers in je achterhoofd en alles lijkt te kloppen: eerst de weg langs het kanaal, vervolgens de brug over, rechtdoor naar beneden en dan rechstaf. Je geniet volop van de omgeving en het vroege lentezonneteje totdat... hé, hier had toch een afslag naar links moeten komen? Ben ik dan te ver doorgerend? Of ben ik een verkeerde straat ingeslagen.
Ver van de bekende wereld begin je een licht paniekgevoel te krijgen. Doorrennen dan maar en hopen dat er gauw bordjes komen waar bekende plaatsnamen op staan. Elke kilometer lijkt langer te duren dan normaal. Je komt langs een afslag en voor je gevoel gaat die de goeie kant op, richting thuis. Dus met een klein sprankje hoop sla je die straat dan maar in, maar na enkele kilometers buigt de weg compleet de verkeerde kant op. En nog altijd geen bordjes! Langzaam aan begin je moe te worden. Je kijkt op je horloge en ziet dat je al in de buurt komt van de afstand die je berekend had, maar je weet nog altijd niet waar je bent. Hoe ver zou het nog zijn? Ga ik dit wel redden? En ik heb niets te drinken bij me...
Je komt bij een splitsing en beide wegen gaan helemaal niet de kant op die je op wilt gaan. Ga ik links? Dat lijkt meer op een doorgaande weg. Of ga ik rechts? Dat lijkt wel op iets wat ik wel eens heb gezien. De wanhoop nabij kies je een richting, maar nog enkele kilometers lijkt het nergens op.
Maar dan eindelijk verschijnt daar een bordje met jouw plaatsnaam erop. En het aantal kilometers valt ook nog wel mee. De hoop begint weer toe te nemen en als je na korte tijd dan eindelijk weer voet op bekende bodem zet, ebt de paniek steeds verder weg.
Gelukkig, je weet weer waar je bent. Blij wanneer je eindelijk thuiskomt ben je toch ook wat teleurgesteld dat je niet zo van de route hebt kunnen genieten als je had gehoopt. Toch maar weer even de kaart erbij om te zien waar het was misgegaan. Oeps, je had gewoon door moeten rennen tot het volgende dorpje. Toch wat te ongeduldig geweest? Of niet goed naar de kaart gekeken de avond ervoor? Al met al is het goedgekomen en met weer een flink aantal kilometertjes in de benen ga je, na een goeie douch, languit op de bank zitten.
Volgende week dezelfde route?

Review time: Pebble Smartwatch en Runkeeper


Altijd leuk, nieuwe gadgets! En onlangs heb ik er weer eens eentje aangeschaft, de Pebble: een smartwatch met (voor ons hardlopers interessant) een geïntegreerde Runkeeper app!
Pebble Smartwatch en Runkeeper
De markt van de smart watches is nog een hele jonge markt en er wordt hard gewerkt om smart watches een succes te maken. Anders dan smart watches van bv. Samsung is de Pebble naar mijn idee een stijlvol horloge, in plaats van een smartphone op je pols. Het scherm maakt gebruik van E-inkt, waardoor de batterij het zo'n vijf dagen volhoudt (is best wat voor een smart watch).
Op dit moment draait de Pebble op versie 1.14 van de firmware. Je kunt daardoor maximaal 8 apps of watch faces (horlogestijlen) installeren. Begin 2014 staat versie 2.0 van de firmware gepland. Mogelijk kunnen er dan meer geïnstalleerd worden.
Voor Runkeeper maakt het maximale aantal apps dat je kunt installeren echter niet uit. Runkeeper is namelijk geïntegreerd in het horloge. Je hoeft enkel Runkeeper op je smartphone te installeren en als je telefoon verbonden is met de Pebble, dan vindt Runkeeper het horloge ook. Zodra je de teller aanzet in Runkeeper laat de Pebble de tussenstanden zien (totale tijd, totale afstand en pace). Met de Pebble kun je vervolgens door een simpele druk op de knop je run pauzeren en weer starten (handig als je bv. voor een stoplicht staat).
Updatetijd
Allemaal leuk en aardig, maar werkt het een beetje, hoor ik je denken. Nou, eigenlijk best goed, al zeg ik het zelf. Ik heb niet de beste smartphone (een Sony Xperia U met Android 4), wat met meerdere apps soms wel eens voor wat vertraging zorgt. Maar tijdens het rennen krijg ik, met slechts een enkele hapering van de verbinding, voortdurend de tussenstand te zien. Voordeel hiervan vind ik dat ik Runkeeper niet meer mijn muziek hoef te laten onderbreken om de tussenstand te melden, maar ik kan op ieder moment zien hoe hard ik ga, hoeveel ik al gerend heb en hoe lang al.
Verlichting
En in het donker dan? Bij zo'n zwart-witbeeld zou je verwachten dat het vooral in het donker lastig is om te lezen. Ook daar heeft Pebble wat op gevonden. Er zijn verschillende verlichtingsstanden: verlichting kan uit staan, verlichting kan aan gaan wanneer je op een knop drukt, of (voor mij de interessantste vorm) de verlichting kan aangaan wanneer je met je pols schudt. Deze laatste vorm is tijdens het rennen erg handig en, omdat je tijdens het rennen al voldoende 'schudt', staat de verlichting vrijwel constant aan. Voor de batterij is dit misschien wat minder, maar je kunt in ieder geval wel constant je prestaties bijhouden.
Oordeel
De Pebble is een mooi, stijlvol horloge. De Runkeeperintegratie maakt het voor mij, als hardloper, een nog interessantere gadget. Echter, het is niet meer dan een verlengstuk van Runkeeper. Met andere woorden, je kunt niet meer met Runkeeper door dit horloge. Het enige is dat je de tussenstanden niet meer via de smartphone, maar via je horloge krijgt.
Kortom, ben je op zoek naar een mooi stijlvol horloge en ben je hardloper die gebruik maakt van Runkeeper? Dan is de Pebble een uitstekende keuze. Ben je echter op zoek naar een hardloophorloge, dan zou ik toch meer op zoek gaan naar een horloge dat ook echt voor dat doeleinde is gemaakt.
De Pebble is te bestellen op: